Zelfstandige naamwoorden
Werkwoorden
Adjectieven
Bijwoorden
Tijden
Cijfers
Voorzetsels
Voornaamwoorden
Syntaxis
Andere
In het Duits zijn voegwoorden zinnen die uit twee delen bestaan die door een voegwoord met elkaar zijn verbonden. Afhankelijk van het gebruikte voegwoord hebben ze een specifieke volgorde. Er zijn drie volgordetypes mogelijk: eenvoudig, omgekeerd en met het werkwoord aan het einde.
Elke woordvolgorde legt een specifieke positie op die de woordsoorten in de zin moeten innemen.
Konjunktion + Subjekt + Objekt + Verb
Een zin die direct na een van de voegwoorden verschijnt: aber, oder, und, ... heeft de eenvoudige woordvolgorde, dat wil zeggen hetzelfde als enkele zinnen: voegwoord + onderwerp + predikaat (werkwoord) + Voorwerp.
Konjunktion + Verb + Subjekt + Objekt
Een zin die verschijnt na een van de voegwoorden: deshalb, trotzdem, ... heeft de omgekeerde woordvolgorde: Voegwoord + Werkwoord + Onderwerp + Object.
Konjunktion + Subjekt + Objekt + ... + Verb
De zin die verschijnt na een van de voegwoorden: weil, dass, damit, ... heeft de woordvolgorde met werkwoord aan het einde: Voegwoord + Onderwerp + Object + ... + Predikaat (werkwoord).
Eenvoudige volgorde | Werkwoord gaat als laatste | Omgekeerde volgorde |
---|---|---|
aber | als | allerdings |
denn | bevor | also |
denn | bis | andererseits |
oder | da | außerdem |
sondern | dass | dadurch |
und | falls | dann |
indem | dennoch | |
nachdem | deshalb | |
ob | deswegen | |
seit | einerseits | |
seitdem | entweder ... oder | |
sobald | genauso | |
sodass | jedoch | |
sofern | seitdem | |
solange | somit | |
sooft | sonst | |
soweit | troztdem | |
während | weder ... noch | |
weil | zuvor | |
wenn | zwar |
Laat meer zien