Accusatief

Akkusativ

Een van de vier gevallen in het Duits. Het beantwoordt de vragen Wen/Was? (wie/wat?). In een zin met twee objecten beschrijft het meestal het object van de activiteit die wordt uitgevoerd. De accusatief Akkusativ wordt ook gebruikt met bepaalde voorzetsels (met name wanneer een activiteit bewegingen of een verandering van toestand inhoudt).

Voorbeelden

  • Vertaling
  • Ik ben een appel aan het eten.
  • Uitleg
  • Was esse ich? (Wat eet ik? / Wat ben ik aan het eten?)
  • Vertaling
  • Ik geef mijn hond een speeltje.
  • Uitleg
  • Was gebe ich meinem Hund? (Wat geef ik [aan] mijn hond?)
  • Vertaling
  • Ik bel mijn vader.
  • Uitleg
  • Wen rufe ich an? (Wie bel ik?)
  • jdn +Akkusativ an|rufen - iemand bellen aan de telefoon (scheidbaar werkwoord)

Bouw

We voegen bijna nooit iets anders toe aan het zelfstandig naamwoord in Akkusativ (de vorm van het zelfstandig naamwoord in Akkusativ en Nominativ is meestal hetzelfde).

Verbuiging van het zelfstandig naamwoord in de accusatief
mannelijk vrouwelijk neutraal meervoud
bepaald lidwoord den Mann die Frau das Kind die Leute
onbepaald lidwoord einen Mann eine Frau ein Kind Leute

Toepassingen

De accusatief na bepaalde voorzetsels

Het zelfstandig naamwoord staat altijd in de accusatief na de volgende voorzetsels: bis, durch, für, gegen, ohne, um .

  • Vertaling
  • Ik wandel/ga door het bos.
  • Vertaling
  • Ik moet een cadeau kopen voor mijn vriendin.
De accusatief na bepaalde werkwoorden

Een zelfstandig naamwoord staat altijd in de accusatief na de volgende werkwoorden: haben, sehen, hören, an|rufen, brauchen, essen, lesen. (Er zijn veel meer.)

  • Vertaling
  • Hij is op zoek naar een flat in Berlijn.
  • Vertaling
  • Ik heb een goed idee.
  • Vertaling
  • Ik ben een krant aan het lezen.
  • Vertaling
  • Ze belde de verhuurder.

Uitzonderingen en speciale gevallen

Zelfstandige naamwoorden die behoren tot de N-Deklination groep

De zelfstandige naamwoorden die behoren tot de N-Deklination groep zijn zelfstandige naamwoorden (bijna altijd mannelijk) die in de volgende gevallen Genitiv, Akkusativ en Dativ een extra suffix -n of -en krijgen. (Details in het hoofdstuk over N-declinatie)

  • Vertaling
  • De arts onderzoekt de patiënt.
  • Vertaling
  • De kijker ziet de held sterven.
  • Vertaling
  • Zeg alsjeblieft je achternaam.