Zelfstandige naamwoorden
Werkwoorden
Adjectieven
Bijwoorden
Tijden
Cijfers
Voorzetsels
Voornaamwoorden
Syntaxis
Andere
We gebruiken het persoonlijk voornaamwoord om naar onszelf, een andere persoon te verwijzen of om een eerder genoemd zelfstandig naamwoord te vervangen, bijvoorbeeld een persoon / ding.
Het persoonlijk voornaamwoord wordt verbogen voor persoon en naamval.
Persoon | Nominativ | Genitiv | Dativ | Akkusativ |
---|---|---|---|---|
ik | ich | meiner | mir | mich |
jij (enkelvoud) | du | deiner | dir | dich |
hij | er | seiner | ihm | ihn |
ze | sie | ihrer | ihr | sie |
het | es | seiner | ihm | es |
wij | wir | unser | uns | uns |
jij (meervoud) | ihr | euer | euch | euch |
ze | sie | ihrer | ihnen | sie |
beleefde vorm | Sie | Ihrer | Ihnen | Sie |
Het wordt vaak gebruikt om een staat of situatie in een onpersoonlijke vorm te beschrijven.
Persoonlijke voornaamwoorden worden gebruikt in een gesprek wanneer we naar andere mensen verwijzen.