Zelfstandige naamwoorden
Werkwoorden
Adjectieven
Bijwoorden
Tijden
Cijfers
Voorzetsels
Voornaamwoorden
Syntaxis
Andere
De nominatief beschrijft de basisvorm van het zelfstandig naamwoord. Het wordt meestal gebruikt als onderwerp in de zin of na het werkwoord sein (zijn). Het beantwoordt de vragen Wer/Was? (wie wat?).
We voegen niets toe aan het enkelvoud in Nominatief . Aan de andere kant wordt in het meervoud meestal het achtervoegsel -e of -en toegevoegd (bv. die Frau 👉 die Frau en), en soms het achtervoegsel -n, -r/-er of -s (bv. das Kind 👉 die Kind er, das Auto 👉 die Auto s).
mannelijk | vrouwelijk | neutraal | meervoud | |
---|---|---|---|---|
bepaald lidwoord | der Mann | die Frau | das Kind | die Leute |
onbepaald lidwoord | ein Mann | eine Frau | ein Kind | Leute |
Een zelfstandig naamwoord gebruikt de nominatief wanneer het het onderwerp beschrijft.
Een zelfstandig naamwoord gebruikt de naamval na de volgende werkwoorden: sein, werden en bleiben . In deze gevallen beschrijft het zelfstandig naamwoord altijd het onderwerp.