Zelfstandige naamwoorden
Werkwoorden
Adjectieven
Bijwoorden
Tijden
Cijfers
Voorzetsels
Voornaamwoorden
Syntaxis
Andere
De toekomende tijd Futur I wordt gebruikt om acties te beschrijven die in de toekomst zullen plaatsvinden. Het wordt gevormd door het gebruik van het hulpwerkwoord werden (worden) verbogen voor de persoon in de tegenwoordige tijd en de infinitief aan het einde van de zin.
Subjekt + werden + ... + Infinitiv
Het onderwerp (Subjekt) is de persoon of het ding dat de handeling uitvoert, gevolgd door het hulpwerkwoord werden (in de tegenwoordige tijd, vervoegd voor persoon), en dan de infinitief (Infinitiv), wat de basis, ongeconjugeerde vorm van het werkwoord. Als er een modaal werkwoord in de zin staat, dan staan er twee infinitieven aan het einde van de zin: de infinitief van het niet-modale werkwoord + de infinitief van het modale werkwoord.
Person | werden |
---|---|
ich | werde |
du | wirst |
er/sie/es | wird |
wir | werden |
ihr | werdet |
sie/Sie | werden |
Om een actie uit te drukken die in de toekomst moet worden uitgevoerd in plaats van de toekomende tijd Futur I te gebruiken, wordt vaak een vereenvoudiging gebruikt, waarbij de tegenwoordige tijd wordt gebruikt. Vooral wanneer een uitdrukking wordt gebruikt die de tijd beschrijft, bijvoorbeeld 's avonds/morgen/volgende week/maand/jaar of over een tijdje/over een paar dagen/in een maand.