Betrekkelijk voornaamwoord

Relativpronomen

Het wordt gebruikt om een relatieve bijzin op te bouwen waarin het verwijst naar een eerder genoemd zelfstandig naamwoord.

Verbuiging van het betrekkelijk voornaamwoord

Het betrekkelijk voornaamwoord wordt verbogen voor geslacht en naamval.

Maskulinum Femininum Neutrum Plural
Nominativ der/welcher die/welche das/welches die/welche
Genitiv dessen deren dessen deren
Dativ dem/welchem der/welcher dem/welchem denen/welchen
Akkusativ den/welchen die/welche das/welches die/welche

Toepassingen

Voorbeelden van zinnen die relatieve voornaamwoorden gebruiken
  • Vertaling
  • Dit is de leerling met het beste cijfer.
  • Vertaling
  • Dit is de leerling wiens rugzak in de klas is achtergelaten.
  • Vertaling
  • Dit is de leerling waar de docent veel tijd aan besteedt.
  • Vertaling
  • Dit is de student die we graag in ons team willen hebben.